“Omdat steeds meer boeren in het bezit kwamen van landbouwtrekkers, vroeg Shell aan Van den Berg of hij ook de olie kon leveren.”
“Omdat steeds meer boeren in het bezit kwamen van landbouwtrekkers, vroeg Shell aan Van den Berg of hij ook de olie kon leveren.”
Hoe een fruitkweker aan de basis van OQ Value stond
Oliehandel van den Berg in Tiel werd in 1952 opgericht door A.F.M. van den Berg, die toen al handelde in landbouwbestrijdingsmiddelen van Shell. Omdat steeds meer boeren in het bezit kwamen van landbouwtrekkers, vroeg Shell aan Van den Berg of hij ook de olie kon leveren. Zo geschiedde.
Voor Shell een eenvoudige optelsom
In 1959 kwam de oprichter van Oliehandel van den Berg door een noodlottig ongeval om het leven. Zijn vrouw zette de zaak voort, tien jaar later ondersteund door neef Hans van den Berg. Hans nam het bedrijf in 1972 over en bleef eigenaar tot de overname door Gerard Jansen Holleboom in 2008. Hans (75): “Mijn ome Toon had vroeger samen met mijn vader een fruitkwekerij. De handel lag ome Toon echter beter; de kwekerij werd dus al snel een handel voor onder andere bestrijdingsmiddelen.”
Rond 1952 nam het aantal landbouwtrekkers in rap tempo toe. Voor Shell, destijds ook de leverancier van de bestrijdingsmiddelen, was dat een eenvoudige optelsom. Van den Berg kwam immers al bij de boeren en tuinders over de vloer voor bestrijdingsmiddelen. Het lag voor de hand om dan direct de olie aan de man te brengen. In de jaren 60 stapten steeds meer huishoudens over op huisbrandolie. Dat was goede handel, die helaas begin jaren 70 alweer zou afzwakken door de komst van aardgas. Zo kwam rond 1972 de nadruk weer te liggen op de levering van smeermiddelen en dieselolie voor landbouw, loonwerkers en transportbedrijven in de regio.
Tankstation door Swiebertje geopend
Een belangrijke mijlpaal volgde in 1967, toen Van den Berg een tankstation opende. “Tiel was toen al een plaats met 35.000 inwoners, maar er waren nog maar weinig tankstations. Televisieheld Swiebertje deed de officiële opening. Een memorabele gebeurtenis, niet alleen voor de inwoners, maar ook voor ons. De acteur was namelijk helemaal niet zo’n grote kindervriend als werd gedacht”, zegt Hans lachend. Het tankstation was er vooral voor particulieren, die er van half zes ’s morgens tot elf uur s avonds terecht konden. “Gekkenwerk, maar dat deed je gewoon. Begin 80’er jaren gingen we over op een onbemande tankautomaat. Dat was een heel grote kast die met speciale tankpassen werkte. Daarmee waren we in Tiel de eerste en ook in de rest van Nederland was onbemand tanken iets nieuws”, zegt Hans.
Trouw klantenbestand
De oliehandel bouwde in de loop der jaren een trouw klantenbestand op. Hans: “Net zoals nu waren dat veelal loonwerkers, bedrijven in de landbouw en aannemerij. Er zijn bedrijven bij die vanaf het eerste uur klant zijn. Nog steeds komen we af en toe mensen tegen, natuurlijk zelf al lang met pensioen, die al klant waren bij ome Toon. In de tijd dat de Betuwelijn werd aangelegd, bevoorraadden we vaak aannemers en heibedrijven met een eigen opslagtank op locatie. Ook kwamen er verschillende industriële bedrijven bij voor de smeermiddelen. Daarnaast hebben we nu meer klanten die bovenregionaal werken.”
“De interesse in auto’s, brandstoffen, transport en alles eromheen zat er al vroeg in. Meteen toen ik 18 was, haalde ik mijn vrachtwagenrijbewijs.”
Altijd op Latenstein
Dat Hans ‘we’ zegt, is geen toeval. Alhoewel hij sinds begin dit jaar wel aan het afbouwen is, werkt hij nog steeds voor OQ Value. Datzelfde geldt voor zoon Ruben (28), die twee dagen in de week op ‘Latenstein’ werkt, het industrieterrein waar OQ Value Tiel is gevestigd. “Als kind was ik altijd al het liefste op Latenstein. Toen ik een jaar of 10 was, begon ik met ‘werken’ op zaterdag en in de vakanties. Ik deed simpele klusjes als auto’s wassen en pompen schoonmaken, of versnipperde papier op kantoor. Ook de interesse in auto’s, brandstoffen, transport en alles eromheen, zat er al vroeg in. Meteen toen ik 18 was, haalde ik mijn vrachtwagenrijbewijs, plus mijn papieren om met gevaarlijke stoffen te mogen rijden. Qua opleiding wist ik minder goed wat ik wilde. Ik begon met een monteursopleiding, maar dat bleek niks voor mij te zijn. Tussen mijn opleidingen in zat ik fulltime op de wagen. Dat was een oude vrachtwagen, dat vond ik prachtig. Vanaf 2015 veranderde het werk. De tankwagens werden vernieuwd, de regio werd groter, er kwam een ander type klanten bij en het werk werd meer geautomatiseerd. Langzamerhand kwam ik erachter dat ik niet alleen wilde rijden. Ik vind het nog steeds leuk voor af en toe, maar niet voor elke dag”, vertelt Ruben.
Ruben ontdekte wat hij wel wilde en rondde een aantal jaar geleden de hbo-opleiding Ondernemerschap en retail management af. Nu werkt hij op woensdag en donderdag voor OQ Value, de andere dagen werkt hij op een verzekeringskantoor. “Die twee dagen ben ik manusje van alles, ik spring in waar het nodig is. Ik ben ook dankbaar voor alle kansen die ik krijg en wat ik hier heb kunnen leren. Doordat ik stage liep bij OQ Value, heb ik zo’n beetje alle afdelingen wel gezien. Ik liep mee op de verkoop, was bezig met de webshop. Toen er iemand op de administratie in Tiel wegging, verving ik deze tijdelijk. Daarnaast ondersteun ik de planning. Als de nood aan de man is, stap ik ook nog steeds op de tankwagen. Zo leverde ik laatst bij de Formule 1 in Zandvoort. Dat moest ’s nachts gebeuren en was echt leuk om te doen. Helemaal toen bleek dat ik met de tankwagen een rondje over het circuit moest rijden!”
Na overname alleen maar drukker
In 2008 gaf Shell aan dat ze toe wilden naar minder kleine handelaren en zaken wilden doen met drie of vier grote landhandelaren. Hans: “Vanuit Shell heel begrijpelijk, maar voor mij persoonlijk – ik was net 61- kwam die boodschap wat aan de vroege kant. Tegelijkertijd zou het moment toch wel komen. Ruben was nog maar 13 jaar en zijn zus Julia zelfs nog jonger. Beiden dus nog veel te jong om zelfs maar over opvolging na te denken. Ik heb dat ook nooit willen pushen.”
Gerard Jansen Holleboom pakte de boodschap van Shell op. Hij ging met een aantal handelaren om de tafel om een eventuele overname te bespreken. In september 2008 kwam hij eruit met Oliehandel Van den Berg en Oppeneer Sluiskil. De bedrijven droegen de eerste jaren nog de eigen familienaam. Ook Hans bleef: “Als je begin 60 bent en je bent fit, ga je niet niets zitten doen. Tot januari 2015 zat ik op kantoor en deed ik samen met Cor van der Plaat de administratie, planning en logistiek. Alles liep gewoon één op één door, de klanten merkten dan ook niets van de overname. Gerard zagen we maar heel af en toe, verder belden we zo nu en dan. Alleen de contacten met Shell en de inkoop nam Gerard over. Na de overname zou ik het wat rustiger aan gaan doen en meer thuis zijn. Het liep anders; het werd alleen maar drukker.”
OQ Value, maar toch ook nog Van den Berg
Toen Kevin Dekker op de planning kwam, stapte Hans weer met veel plezier op de tankwagen: “Ik vind het contact met klanten leuk, net als het werk zelf.” Hans en Ruben zagen de organisatie de laatste jaren echt veranderen. “In het begin waren het allemaal nog losse bedrijven. Er is met succes hard gewerkt om daar echt één groot bedrijf van te maken”, besluit Hans.
En ook al wappert de OQ Value vlag al jaren in Tiel, Ruben zorgt er wel voor dat de naam Van den Berg Oliehandel nooit helemaal uit het straatbeeld verdwijnt. Hij restaureerde samen met Lauw Berkvens de prachtige Scania en DAF trucks waarmee hij nog regelmatig door de straten van Tiel rijdt.